Woningbouwproject Mons (België) start in najaar 2011
van onze redactie
In het gebied genaamd "Les Grands Prés", ten zuidwesten van Bergen worden appartementen ontwikkeld. Het project "LA RIVE MONTOISE" wordt binnenkort verwezenlijkt. De gebouwen zijn door groen omgeven en bereikbaar via een dwarsstraat van de N6. Dit is de voornaamste verbinding van Bergen met het zuidelijk achterland.
Het project beantwoordt de vraag naar sociale maar toch aantrekkelijke woningen, langs de grote toegangswegen naar Bergen, die aan een breed publiek worden aangeboden.
Skidôme Terneuzen
van onze redactie
De skipiste vormt de kern, het hart, van deze brede multifunctionele ontwikkeling. Het totale terrein voor de skipiste en het retailcenter omvat inclusief parkeeraccommodatie, ontsluiting en groenstructuur circa 6 ha. Het te plaatsen gebouw heeft een oppervlakte van 19.590 m2 (grondoppervlakte) en omvat in totaal 29.317 m2 vloeroppervlak aan voorzieningen.
Het gebouw is gevestigd aan de rand van de stad Terneuzen in de Koegorspolder, direct ten zuiden van de regionale wegverbinding N61 in de te ontwikkelen stedelijke randzone.
Formule
Het gaat hierbij nadrukkelijk om de combinatie en integratie in één gebouw van een skipiste met een groot aantal op leisure afgestemde voorzieningen. Het begrip leisure slaat hierbij zowel op de letterlijke betekenis van vrije tijd als op de brede vastgoedcategorie die zich richt op vrijetijdsvoorzieningen. Bij deze invulling van leisure is gekozen voor een breed en samenhangend programma met voorzieningen gericht zowel op entertainment (vermaak, uitgaan) als sport & health (sport- en gezondheidsvoorzieningen) als entertainment retail (grootschalige detailhandel en aan leisure gerelateerde detailhandel), als food & beverage (horecavoorzieningen). Essentie van het concept is dat het totaal van skipiste en retailcenter meer zal zijn dan de som van de afzonderlijke onderdelen.
- Synergie in tijd
Naast de skipiste als trekker van de multifunctionele ontwikkeling is het belangrijk dat er voorzieningen komen die ervoor zorgen dat er altijd wat te doen is. Het moet daarbij gaan om laagdrempelige voorzieningen die zowel liggen op het vlak van vermaak als uitgaan.
Complementaire Synergie
De skipiste zal versterkt worden met leisure-voorzieningen die complementair zijn en die eveneens zorgen voor activiteiten en levendigheid op andere momenten. Het gaat daarbij om voorzieningen die gericht zijn op brede doelgroepen en passen binnen het karakter van actief vermaak. In het project wordt dit ingevuld met voorzieningen in de sfeer van gezondheid en lichaamscultuur.
Voedende synergie
Naast de actieve leisure functies is de aanwezigheid van diverse soorten horeca (food & beverage) en grootschalige detailhandel (retail) van belang om de gewenste levendigheid te verkrijgen. In het project wordt dit voor de horecavoorzieningen ingevuld met een skipisterestaurant en een Snow Café.
Markt
De marktsituatie voor vestiging in Terneuzen van een retailcenter met een skipiste als trekker wordt gunstig en perspectiefrijk ingeschat om de volgende redenen.
- De groei van de vrijetijdsmarkt in algemene zin. Uit landelijke ontwikkelingen blijkt dat de markt voor vrije tijd toeneemt. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat de markt voor de afzonderlijke skipiste, vanwege de smalle, mono-functionele formule afneemt.
- De brede exploitatieformule van het retailcenter waardoor meerdere doelgroepen worden bereikt.
- Het verzorgingsgebied waar het retailcenter zich op richt: Zeeland en Oost-Vlaanderen, een gebied van in een straal van 40 km met een hoge bevolkingsdichtheid en een sterke verstedelijking. Terneuzen ligt gunstig binnen dit verzorgingsgebied.
- Het ontbreken van skipistes en retailcenters binnen dit verzorgingsgebied (geen concurrentie binnen het verzorgingsgebied).
Locatie
Voor vestiging van de skipiste met retailcenter is gekozen voor Terneuzen-stad en de locatie direct ten zuiden van de N61. De volgende overwegingen hebben tot deze locatiekeuze geleid.
- Economisch. Terneuzen heeft een bovenregionaal economisch potentieel dat zich naar verwachting in de nabije toekomst verder zal ontplooien (zie onder meer de plannen voor de ontwikkeling van de Koegorspolder waaronder de stedelijke randzone). Dit is het gevolg van de belangrijke positie van Terneuzen in de Kanaalzone en de interactie met de stad Gent. Dit laatste komt tot uitdrukking enerzijds door de toenemende noodzaak//realiteit om de economische as rond het Kanaal Gent-Terneuzen als één integraal economisch kerngebied te beschouwen en anderzijds door de in voorbereiding genomen verbetering van infrastructuur binnen de totale Kanaalzone Gent-Terneuzen.
- Verzorgingsgebied. Terneuzen is centraal gelegen in een omvangrijk verzorgingsgebied (Zeeland, Oost-Vlaanderen) met een hoge bevolkingsdichtheid waarbij de bevolking van de dicht bij de grens gelegen steden Antwerpen, Gent en Brugge de voornaamste doelgroep vormt.
- Doelgroepen. De formule van de skipiste met retailcenter wordt zodanig ingevuld dat op verschillende momenten ook verschillende doelgroepen bereikt worden. Daarnaast is van belang dat er binnen het verzorgingsgebied een groot tekort aan voorzieningen is voor één van de belangrijkste doelgroepen: de jeugd.
Hoewel het retailcenter zich primair richt op de bevolking van het verzorgingsgebied kan het ook een belangrijke attractie (slechtweervoorziening) gaan vormen voor de verblijfsrecreant.
- Infrastructureel. Een dergelijk grootschalig project met hoge bezoekersaantallen, dient vlot bereikbaar te zijn. Dit vereist ten eerste een goede ontsluiting via de hoofdwegeninfrastructuur en ten tweede voldoende ruimte voor parkeer-accommodatie (op eigen terrein). De locatie in de Koegorspolder voldoet aan deze infrastructurele randvoorwaarden, door de directe aansluiting op de N61 en de mogelijkheid om ter plaatse te voorzien in de benodigde parkeercapaciteit. De realisering van de tunnel onder het Kanaal zal de bereikbaarheid nog gunstiger maken.
- Zichtbaarheid//bereikbaarheid. Een zichtbare ligging draagt bij tot de “leesbaarheid” van de plek en zodoende tot een vlotte bereikbaarheid. De locatie in de Koegorspolder voldoet aan de essentiële voorwaarde goed zichtbaar en goed bereikbaar te zijn vanaf de belangrijkste toegangswegen van Terneuzen.
- Ontbreken van belemmeringen. De locatie is “belemmeringsvrij” in de zin dat nadelige effecten verbonden aan een dergelijke grootschalige attractie goed op de locatie kunnen worden opgevangen (verkeer, parkeren, geluidshinder, massale uitstraling).
- Toeristische meerwaarde: Terneuzen biedt een breed assortiment van complementaire recreatieve voorzieningen (Sportcentrum Oude Vaart, Scheldorado, Scheldetheater, de Westerschelde) die niet voorhanden zijn op andere locaties. Deze ontwikkeling vormt een substantiële aanvulling op dit aanbod aan recreatieve voorzieningen.
Stedenbouwkundige opzet
Het complex is gesitueerd aan het knooppunt van de verlengde mr. F.J. Haarmanweg en de Koegorsstraat. Het bestaat uit een groot L-vormig gebouw waarin de diverse functies zijn geclusterd. De functies hebben verschillende volumes en vormen. De hoogte van het gebouw varieert van 5,5 meter tot 41 meter (top van de skipiste). Voor het gebouw ligt een groot parkeerterrein dat vanaf de centrale as in het verlengde van de mr. F.J. Haarmanweg wordt ontsloten. De bevoorrading vindt aan de achterzijde plaats. Voorzien wordt in een randbeplanting (bomen) en in groenelementen op de koppen van de parkeerstroken.
Het gebouw voegt zich binnen de ruimtelijke hoofdopzet en verkaveling van de stedelijke randzone. Binnen die hoofdopzet presenteert de skipiste en het retailcenter zich als een zichtbaar, uitnodigend en naar buiten toe gericht gebouw. Dit komt tot uitdrukking door:
- de skihelling: door hoogte, vormgeving en materiaalgebruik vormt de skihelling het ruimtelijk beeldmerk van het gebouw; het voegt een landmark aan de zuidrand/de zuidelijke entree van Terneuzen, een eigen stedelijke landmark die een gelijkwaardig antwoord geeft op de hoge industriële bebouwingselementen in de Koegorspolder;
- de gevelindeling van het gebouw die aansluit op de daarachter plaatsvindende activiteiten;
- materiaalgebruik (onder andere glas, aluminium) en kleurgebruik (toepassing van kleurelementen gerelateerd aan de verschillende functies);
- het vermijden van harde grenzen tussen het gebouw en de omgeving en tussen de buitenruimte en het gebouw.
De situering van het gebouw op het terrein is het resultaat van de volgende uitgangspunten:
- de bezonning (skipiste dakhelling zuidwest gericht en vermijden van opwarming van de binnenruimte via de raampartijen);
- de exploitatie (entrees zijn zichtbaar aan één kant van het gebouw gesitueerd);
- de veiligheid (parking voor de entrees in verband met de sociale controle);
- de leesbaarheid (het geheel van het aanbod dient vanuit een centraal toegangspunt overzien te kunnen worden, dit heeft een uitnodigende werking op de bezoekers).
Aan het uitgangspunt van duurzaam bouwen wordt invulling gegeven door:
- het gebruik van duurzame en onderhoudsvrije materialen;
- een gecoördineerde en gescheiden afvalverwerking;
- een evenwichtig energieverbruik met onder andere warmterecuperatie, hoog isolatiepeil van de bouwelementen, natuurlijke ventilatie van en toepassing van schermingsinstallatie, spaarlampen met daglichtafhankelijke / centrale sturing, dagkoepels en daglichttoetreding, spaarkranen en spaarknoppen voor spoeling toiletten;
- opvangen van hemelwater voor watergeefsysteem (onder andere sneeuw, bluswater, spoeling toiletten);
- voldoende stallingsaccommodatie voor (brom)fietsen;
- een bushalte voor het openbaar vervoer.
Vormgeving / architectuur
Het gebouw is het eindproduct van een specifieke combinatie van verschillende functies in één gebouw. Elke functie heeft daarbij een typische morfologie en een apart eisenpakket.
Om in dit multifunctioneel complex tot een éénheid te komen wordt gebruik gemaakt van diverse elementen zoals luifels, gekleurde accenten, schermen. Het zijn deze speelse elementen die invulling geven aan het architectuurconcept van het gebouw waarbij aan alle gevels een gelijkwaardige kwaliteit is toegekend.
Deze dynamische elementen worden opgebouwd uit eigentijdse en duurzame materialen. De dynamiek ontstaat door uitkragingen, labiele inclinaties (schuine wanden) en materiaalcombinaties (zoals lichte metalen schermen voor donkere betonwanden, geschrankte betonpanelen, onder 90° verdraaiende aluminiumbanden). Deze dynamiek wordt nog versterkt door de kleurencombinaties van blauwe, rode, groene en van kleur veranderende accenten (aluminium neemt de kleur en de lichtintensiteit aan van zijn omgeving). ‘s Nachts wordt dit versterkt door de buitenverlichting van het parkeerterrein.
Binnen dit globale architectuurbeeld krijgt de skipiste een specifiek toebedeeld concept, aangezien deze de zuidelijke landmark van Terneuzen vormt. De specifieke en atypische vormgeving van de skipiste is hier het strak rechthoekig aluminium volume dat zich als het ware als een schicht de grond in boort. Verder zal de skipiste van de grond losgewerkt worden door middel van het niet zichtbaar maken van de structuur met open vakwerken, het zwart kleuren van de onderkant van de vloer en de binnenkant van de zijwanden, een gelijkvloerse invulling die duidelijk aanwezig is en een materiaal dat de omgeving reflecteert. Zodoende vormt de skipiste geen logge massa in het midden van het poldergebied. Er is gekozen voor een bewuste openheid aan de onderkant van de skipiste zodat deze niet te dominant in de omgeving aanwezig is.
Stedenbouw (inpassing in stedelijke randzone)
Het project ligt in de te ontwikkelen stedelijke randzone van Terneuzen. Voor deze randzone heeft de gemeente een stedenbouwkundig plan met beeldkwaliteitplan laten opstellen (Kuiper Compagnons, september 2004). Dit stedenbouwkundig plan beoogt enerzijds het waarborgen van een goede aansluiting op de stad Terneuzen en anderzijds het bieden van een waardige entree (beeld) van de stad aan de zuidzijde.
Pure M in La Chronique
Hereby a recent article about the Pure M-project published in La Chronique n° 36, 05 5-9 EN p13september 2014.
Pure M dans La Chronique
Voici le pdf concernant votre article paru dans La Chronique n° 36 du 05
septembre 2014. 5-9 EN p13